Door kinderogen bezien

Een tijdje geleden alweer, was ik met het gezin en vrienden op pad. Een dagje Duinenzathe. Het was leuk, tegelijkertijd confronterend. Omdat het lijf niet meer kan wat het voorheen moeiteloos deed. Maar het was ook warm, dichtbij. Gezellig. Anders.

Het ontregelde me — op de best mogelijke manier.

De kinderen raasden in botsauto’s, luid, ongeremd, volledig in het moment. Ik zat even verderop. Geparkeerd in mijn eigen mobiel, op gepaste afstand van de in- en uitgang van de attractie. Niet middenin de actie, maar ook niet buitengesloten. Aan de zijlijn, genietend van wat ik zag.

Er stapte een jongen op me af. Ik schat een jaar of 8. Hij liep recht op me toe met een open blik. Zonder aarzeling en zonder oordeel kwam hij mij bevragen: “Staat u in de rij?”. Om af te wegen of hij kon passeren of zich achter mij in de rij zou voegen voor de botsauto’s.

Het ontregelde me — op de best mogelijke manier. De openheid, onbevangen onschuld, hij zag enkel mij. Als mens. Geen attribuut afhankelijk obstakel, geen minder valide. Gewoon mens.

Mijn reactie was als vanzelfsprekend “ga maar voor”. Pas toen zijn vader zich wilde verontschuldigen, kwam het besef voor de jongen dat een rolstoel in een botsauto wel erg onhandig is. Ik ving de verontschuldigen af en gaf de jongen een opsteker. Moreel sterk, goed opgevoed. Maar vooral: zuiver van blik. Hij zag slechts mens.

De wereld van nu voelt gespannen. Niemand weet te voorspellen waar stabiliteit terugkeert. Verloren tussen schreeuwende waarheden. Verleid door beloften die geen bodem kennen.

In deze waanzin van polarisatie en vereenzaming wordt de maatschappij hard. Veroordelend. We zoeken houvast, maar verliezen onderweg elkaar.

De enige ruimte die echt van onszelf is, zit vanbinnen.

In onze angst voor kwetsbaarheid worden we rechter van de ander. En vaker nog: van onszelf. We oordelen snel, hard, zonder het altijd door te hebben. Omdat voelen meer van ons vraagt dan wijzen.

En toch — we kunnen maar beperkt invloed uitoefenen op wat buiten ons ligt. De enige ruimte die echt van onszelf is, zit vanbinnen.

Wel kunnen we kiezen om stil te vallen. De reflex te vertragen. De innerlijke rechter tot zwijgen te brengen en opnieuw te kijken.

Niet naar wat iemand lijkt, maar naar wie iemand is.

De wereld, door kinderogen bezien

Zoals de jongen die mij zag. Niet ondanks mijn rolstoel, maar zonder dat die ertoe deed.

Open.
Onbevangen.
Zonder oordeel.

De wereld, door kinderogen bezien.